Europese regelgeving inzake wapens

Ook op Europees vlak worden initiatieven genomen ter harmonisering van de wapenwet.

Na het wegvallen van de binnengrenzen van de Europese Unie was het nodig om een algemeen kader te voorzien waardoor elke lidstaat een aantal minimum voorwaarden oplegt voor het verwerven van vuurwapens.

De richtlijn verplicht de lidstaten ertoe de vuurwapens in te delen in minimum vier categorieën (cat. A tot D). Ze verplicht lidstaten het voorhanden hebben van vuurwapens in categorie A te verbieden, of toch minstens voor te behouden aan overheidsdiensten.

Voor vuurwapens in wapencategorie B moeten de lidstaten een vergunning eisen. Deze vergunning mag slechts worden afgegeven voor wie minstens aan de volgende voorwaarden voldoet (zie artikel 5 van de richtlijn):

  • een wettige reden opgeven
  • meerderjarig zijn, met een uitzondering voor jagers en spotschutters (die het b.v. mogelijk maakt dat in Vlaanderen minderjarigen vanaf 16 jaar met vuurwapens aan sportschieten kunnen doen via de Vlaamse sportschutterslicentie);
  • geen gevaar betekenen voor zichzelf, voor anderen of voor de openbare veiligheid

Vuurwapens in categorie C mogen voorhanden gehouden worden, mits registratie. In België bestaat deze uitzondering voor jagers en sportschutters (zie artikel 12 wapenwet).

De lidstaten mogen toestaan dat wapens in categorie D vrij verkocht worden.

Op deze site vindt u de volgende teksten:

Vaak beweren tegenstanders van particulier wapenbezit dat de aangepaste Belgische wapenwet in strijd is met de Europese regelgeving. Dit standpunt is uiteraard verkeerd.